Het ADR geeft aan dat je niet zomaar iedere verpakking voor het vervoer van gevaarlijke stoffen mag gebruiken. Het moeten verpakkingen zijn die aan bepaalde eisen voldoen. In de onderstaande video wordt dit uitgelegd.
In de stoffenlijst van het ADR, welke in het vorige hoofdstuk aan bod is gekomen, staat voor elke stof in kolom 8 een verpakkingsinstructie (een P-instructie) aangegeven. Wanneer een stof ook in een IBC of een grote verpakking mag wordt verpakt staat er tevens een IBC- en een Large Packing instructie (een LP-instructie). Tevens staan er soms bijzondere bepalingen welke gelden voor het verpakken van een stof. Onderstaand, in kolom 8 en 9a, worden de verpakkingsinstructies en bijzondere bepalingen voor het verpakken van UN 1496 NATRIUMCHLORIET gegeven:
Wanneer vervolgens verpakkingsinstructie P002 wordt bekeken worden de opties gegeven om de stof te verpakken. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen enkelvoudige en samengestelde verpakkingen. Daarbij worden ook de verpakkingscodes genoemd, zoals 1A1 of 1A2 voor een stalen vat. Tevens wordt het maximaal toegestane gewicht per verpakking in relatie tot de verpakkingsgroep gegeven. Onderstaand twee uitsneden van P002:
In de verpakkingsinstructie wordt, onder andere met de verpakkingscodes, aangegeven welke verpakking je mag gebruiken. Op basis van het verpakkingskenmerk op een verpakking kan worden afgeleid of de verpakking hieraan voldoet. Onderstaand worden twee voorbeelden gegeven voor een stalen vat en een IBC.
De onderstaande tabel geeft aan welke verpakkingssterkte geschikt zijn voor welke soort verpakkingen.
Met de bovenstaande informatie is een beeld gegeven hoe er kan worden nagegaan welke verpakkingen geschikt zijn voor een bepaalde stof. Er zijn echter nog verschillende andere eisen, raadpleeg daarom altijd een ADR veiligheidsadviseur bij het kiezen van een geschikte verpakking.